Maarten Faas, directeur-bestuurder van de LeoStichtingGroep, verzorgt een weblog ‘Bouwen aan de jeugdzorg’ op http://www2.informatienet.nl/localuser/weblog1/xoops/modules/news/
Op 21 juli j.l. postte hij daar een bericht met de titel: ‘Waar is de balans?’
Hij schetst daarin dat in de jeugdzorg succes voor 40% bepaald wordt door de gepleegde interventie en voor 60% door de persoon van de hulpverlener.
Dat spiegelt hij vervolgens aan het beleid van het ministerie van Jeugd en gezin.
‘Wij hebben een Ministerie van Jeugd en Gezin dat effectiviteit en professionaliteit wil stimuleren. Dat is een goede zaak. Voor effectiviteit is 45 miljoen euro uitgetrokken en voor professionalisering 1 miljoen euro.
Dus 1 miljoen euro voor 60% van de (algemene) succesfactoren in de jeugdzorg en 45 miljoen voor 40% van de (specifieke) succesfactoren in de jeugdzorg.’
(Maarten Faas)
Inderdaad; opmerkelijk.
De werkwijze van het ministerie doet sterk denken aan het Pareto-principe.
Vilfredo Pareto was een Italiaanse econoom die leefde van 1848 tot 1923.
Hij was de zoon van een Italiaanse vader, die vanwege zijn kritische houding in ballingschap verkeerde, en een Franse moeder. Tien jaar na Pareto’s geboorte keerde de familie terug naar Italië.
Pareto studeerde af als ingenieur en ging bij de spoorwegen werken, hetgeen hij meer dan twintig jaar volhield.
Pareto’s naam duikt nog steeds in de hedendaagse handboeken economie op.
De 80/20 regel of het Pareto-principe is ontdekt en uitgewerkt door Pareto.
Het gaat ervan uit dat een klein aantal oorzaken (of inzet) verantwoordelijk is voor het grootste deel van de resultaten. Dus 80% van de omzet van je organisatie is afkomstig van slechts 20% van alle inspanningen.
20% van de kinderen in een klaslokaal veroorzaken 80% van het geluid etc.
Dat zet aan het denken, nietwaar? Of, draai het eens om: 20% van je diensten of producten levert 80% van alle omzet, 20% van je klanten bepalen 80% van je omzet, enzovoort.
De professionele wereld heeft zich aangepast aan deze wetmatigheid.
We zetten 80% van de middelen in voor 20% van alle zieken in Nederland. Binnen instellingen gaat veel professionele aandacht naar de grootste probleemveroorzakers; 80% inzet voor 20% van de klanten dus….
Terug naar het ministerie. Het succes in de Jeugdzorg wordt voor 60% bepaald door de persoon van de hulpverlener. Alleen al vanuit economisch perspectief zou het goed te verklaren zijn om 9,2 miljoen euro te besteden aan interventies (effectiviteit) en 36,8 miljoen aan professionalisering (de persoon).
Breken er dan toch mooie tijden aan?